Puzzelen op een Amsterdamse postzegel; eigenlijk heeft het kavel voor Fibonacci meer weg van een nonchalant aangesneden taartpunt, die ook nog eens strak ingeklemd ligt tussen het spoor en de drukke Panamalaan. Toch is Diederendirrix erin geslaagd hiervoor een markant stedelijk ontwerp te maken dat paste, uitvoerbaar was en waar 243 huishoudens prettig kunnen wonen – zonder wakker te liggen van de drukke stad om hen heen.
Bijzonder proces
De architectenselectie was al in 2015, maar de uitdagende randvoorwaarden speelden het proces parten. De omvang, vorm en ligging van het kavel lieten zich lastig matchen met de vraag om veel betaalbare huurwoningen op deze plek, althans niet met een traditionele aanpak. Ontwikkelaar Vorm stapte over op een innovatieve aanpak van dit stedelijke verdichtingsproject: in een vroeg stadium met alle uitvoerende partijen samen om tafel zijn de hordes genomen. Het lukte Diederendirrix als superviserend architect een onderscheidend gebouwontwerp neer te leggen dat hier niet alleen een bijzonder woonmilieu creëerde, maar ook goed uitvoerbaar was zonder al te veel overlast voor de buurt.
Prefab bouwen
Op dit kleine puntje naast het spoor staat een markant gebouw met 243 huurwoningen. En toch is het geen kolos in de skyline van Amsterdam. Het is een getrapt, fijn gedetailleerd ontwerp, dat er door de subtiele draaiing van de drie volumes vanaf elke kant anders uitziet. Het toverwoord voor de maakbaarheid was prefab. Allerlei elementen werden van tevoren elders geproduceerd: de hoofddraagconstructie, de vloeren, de buitengevels inclusief kozijnen, de houten atriumgevels en CLT-galerijen, maar ook de badkamers en keukens. Met zo’n bouwpakket per verdiepingsvloer was geen grote bouwplaats nodig, kon steigerbouw worden weggestreept en werd veel tijdwinst geboekt – dit beperkte de bouwtijd tot slechts 2,5 jaar.
Wonen rondom een atrium
De appartementen in Fibonacci zijn relatief kleine studio’s in het sociale huur- en middensegment, die verhuurd worden door Stadgenoot en Rockfield Real Estate. De drukke stad wordt buiten de deur gehouden met dove gevels met imposante urban windows. In plaats van balkons aan de buitenzijde is binnen de atria en op de daken plaats gemaakt voor gemeenschappelijke ‘buitenruimten’ en dakterrassen. Zodra je door de grote open poort heenloopt, beland je in een ruim, met glas overdekt atrium dat in alle drie de volumes wordt voortgezet. In deze oase van rust hebben de wind, regen en stadsgeluiden geen vat op je, terwijl er wel licht en lucht in overvloed zijn. Hier is, net als op de brede galerijen, veel plek om elkaar buitenshuis te ontmoeten.
Daktuinen en nestkasten
Het ‘community living concept’ wordt ondersteund door een aantal gedeelde voorzieningen op de begane grond, zoals een wasserette en een bicycle repair shop voor bewoners. Eyecatchers op het dak van de lagere gebouwdelen zijn twee grote daktuinen, waar bewoners gezamenlijk kunnen genieten van het groen. De hoogste toren heeft ook een groen dak. Als belangrijke schakel van de ecologische hoofdstructuur van Amsterdam blijft dit verder het domein van de vogels en insecten, die ook een eigen plek vinden in de nestkasten in de gevels en de insectenhotels in de tuinen. Zo is in dit overgebleven stukje stad met een reeks slimme ingrepen een prettige plek gemaakt voor mens en dier.