Het is letterlijk zien en gezien worden in het dynamische poppodium het Patronaat aan de Zijlsingel in Haarlem. Bij het ontwerp stonden functionaliteit, openheid en ontmoeten centraal. De schijnbaar eenvoudige indeling die het complex van buitenaf uitstraalt, met beneden de kassa’s en foyer, gevolgd door de toiletten, het trappenhuis, het restaurant en de technische ruimtes, blijkt binnen een bijzonder, labyrintisch karakter te verbergen. De vele doorzichten en overbruggingen spelen hierin een voorname rol. Het gebouw geeft een heleboel bloot, tot het sanitair aan toe, maar wat zich wérkelijk binnen afspeelt, blijft verborgen in de beslotenheid van de zalen. Dat maakt het Patronaat tot één van de spannendste poppodia van dit moment.
Het Patronaat is gerealiseerd aan de rand van het historische centrum van Haarlem, op een uiterst krappe bouwlocatie. Een compacte ordening van functies was hierom noodzakelijk. Hier is aan voldaan door de verschillende zalen en functies te stapelen, met een kleine zaal (350 staplaatsen) in de kelder, de foyer op de begane grond en op de eerste verdieping de toegang tot de tweede, grote zaal (1.000 staplaatsen). Het logistieke proces, waaronder het laden en lossen van instrumenten, geluidsapparatuur en rekwisieten, evenals de fietsenkelder, zijn in zijn geheel in het gebouw ondergebracht, waardoor (geluids)overlast voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt.
Het gebouw geeft een heleboel bloot, tot het sanitair aan toe
Een lange, hoge binnenstraat/spelonk doorsnijdt het complex van voor tot achter. Grote glazen vensters vanuit het restaurant, de foyer en de entree zorgen voor optimaal zicht op het laad- en losproces, waardoor een bijzondere relatie tussen functionaliteit en sfeer ontstaat. Het gevoel even ‘backstage’ te zijn, zorgt voor een optimale concertbeleving voor de bezoekers.
De gevel is opgebouwd uit een stalen vliesgevel waarin de verticale belijning wordt benadrukt. Het hoogste, bovenste deel van de gevel bestaat uit horizontale lamellenroosters, die als cassettes zijn opgenomen tussen de stijlen van de vliesgevel. Kunstlicht schemert door de lamellen heen, waardoor de installatietechniek erachter als silhouet zichtbaar wordt.
Geen ‘black box’, maar een open, transparant gebouw
Overdag biedt het Patronaat een bescheiden, bijna ingetogen aanblik. Toch is het gebouw alles behalve gesloten. Bij het vallen van de avond komt het complex tot leven en transformeert het zich tot een open, transparant gebouw. De levendigheid is onder andere af te lezen aan de voorkant van het gebouw, waar de transparante gevel voorbijgangers een blik gunt op wat er binnen gebeurt, zonder alles prijs te geven. Terwijl het gebouw begint op te lichten, nemen de bewegingen erin toe. Wanneer het optreden in één van de zalen is begonnen, komt die beweging zelfs tot een hoogtepunt. Een speciale rol daarin is weggelegd voor de toiletten, die in de voorgevel in een houten omlijsting zijn gevat. De mannen staan met hun rug naar het raam te urineren en de rode deuren van de damestoiletten zijn vanaf de straat duidelijk zichtbaar. Wie zijn haar wil kammen, gebruikt de reflecterende glaswanden en wordt zo toneelspeler in een ballet van bewegingen, dat vanaf de Zijlsingel goed te volgen is.
Doos-in-doos
Ten behoeve van de interne en externe geluidsisolatie, zijn beide concertzalen uitgevoerd met een doos-in-doos constructie. De betonnen draagconstructie is onderbroken door imposante veren, die de vibraties van de bovenste zaal opvangen en voorkomen dat geluid wordt doorgegeven aan de aanpalende ruimten en belendende woongebouwen. De grote zaal is asymmetrisch ontworpen, wat de akoestiek ten goede komt en beweging stimuleert. Een zijbalkon zorgt voor een hoge mate van intimiteit. De kleinere zaal is gebouwd op een rubberen mat.
Rauw
De rauwheid die bij een traditioneel poppodium hoort, komt vooral tot uitdrukking in de gebruikte materialen. Het gebouw is opgetrokken uit robuust geprefabriceerd beton dat niet is bewerkt en dat tegen een stoot(je) kan. De betonnen kern is verzacht met houten betimmeringen, die het gebouw bij binnenkomst in de foyer en op de trappartijen een aangename warmte en gemoedelijkheid verschaffen. De trappen, die sculpturaal zijn ontworpen, hebben een functie als onverwachte ontmoetingsplekken.