Je stinkende best doen om iets moois te creëren

Arthur Bagen

Meer dan dertig jaar fotografeerde Arthur Bagen projecten voor diederendirrix. Van het herbestemmingsplan Nedinsco-fabriek tot woonhuis Steigereiland en van woningblok Marienburg tot de transformatie van Gebouw Anton. Over opdrachtgeverschap kun je eigenlijk niet spreken volgens de fotograaf. Het was meer een vriendschap. En dan doe je je stinkende best om iets moois te creëren.

Opgevoed door Bert Dirrix

In het atelier van Arthur, in 1985 ontworpen door Bert Dirrix, vertelt de fotograaf over zijn vak. “Ik ben begonnen als persfotograaf, maakte reportages in het Midden-Oosten. Dit was vrij heftig, dus daar ben ik na een aantal jaren mee gestopt.” Via de kunstscene in Eindhoven leerde hij Bert Dirrix en Paul Diederen kennen. Bert gaf hem een opdracht. “In het begin was ik veel te veel op details gericht en minder op het inzichtelijk maken van de volumes, zoals Bert dat noemde. Hij heeft me langzaam opgevoed in de architectuurfotografie.” Toch bleven de minimalistische, grafische platen trekken. Arthur laat een grafische foto van de Sagrada Familia zien. “Deze foto is de basis voor de raambedrukking bij het gebouw Vertigo geweest.” Trots toont hij het eindresultaat, wederom door hemzelf gefotografeerd.

20200109_diederendirrix-interview_007_1600

Geduld, sjouwen en een gunst vragen

“Fotograferen is een kwestie van geduld. Eerst ga je naar het gebouw toe, je kijkt en wacht op het juiste licht en situatie. Meestal ga je er vaker naartoe. Bijvoorbeeld om een avondshot te maken, dan ziet een gebouw er heel anders uit.” Hij denkt aan een bijna klassieke foto van de Witte Dame waar de verhoudingen zo mooi zijn en aan het woonhuis Steigereiland met het prachtige uitzicht. Soms moest hij meer moeite doen. “Ik heb wat kratten, vuilnisbakken en containers weggesjouwd. Mijn rug had het zwaar!” Hijskranen, hoogwerkers of het dak van een tegenoverliggend gebouw beklimmen, hij heeft het allemaal gedaan. Vaak is een babbeltje genoeg, maar Arthur heeft ook wel eens flappen moeten trekken om ergens op te mogen. “Het leverde dan wel een beeld op waarvan je dacht, yesss!”

Een soort ruwheid, niet te glad

Als briefing kreeg Arthur een lijstje met belangrijke dingen om te fotograferen, een set plattegronden en een noordpijl om de zonsopgang te kunnen bepalen. Eigenlijk heel eenvoudig. De architectuur van diederendirrix vindt Arthur herkenbaar. “Er zit een soort ruwheid in, niet te glad. Zoals het trapgat in gebouw Anton. Bijna Escher-achtig.” Of het goede architectuur is? Arthur waagt zich niet aan een kwalificatie. “Als mensen er prettig in kunnen wonen en werken is dat al heel wat.” En daar is diederendirrix bij de bouw van zijn atelier en verbouwing van zijn huis in ieder geval in geslaagd. “We wonen hier al veertig jaar en zijn nog steeds blij met de verbouwing.” Huisfotograaf en tevreden gebruiker in één.